Jacobine van den Bron

“Als we werkelijk geloven dat God ons liefheeft met een onbegrensde, onvoorwaardelijke liefde, dan kunnen we erop vertrouwen dat er mensen in deze wereld zijn die ons graag die liefde willen tonen.”

De dag vóór ik naar Oosterbeek vertrok, noteerde ik deze woorden van Henri Nouwen in het dagboek dat ik sinds een paar dagen bijhield…

Het was duidelijk dat het niet goed met mij ging. Stress en verdriet eisten hun tol na maanden waarin ik bergen werk had verzet voor mijn oude baan, hard op zoek was naar een nieuwe plek om te werken en te wonen en bovendien in mijn familie- en vriendenkring ziekte en andere moeilijke dingen te verstouwen had gekregen. Een depressie was mijn leven binnengeslopen en had in alle hevigheid de kop opgestoken. Ik snakte ernaar om voor even alles los te laten, afstand te nemen om de scherven bij elkaar te vegen en na te denken over hoe ik verder zou kunnen gaan. De Herberg bleek een pleisterplaats waar ik weer op adem kon komen.

‘De Herberg, een oase’

Eén van de gasten vertelde mij dat ze haar leven ervoer als een woestijn en dat de Herberg voor haar één grote oase was. Maar voor mij voelde de Herberg aanvankelijk juist als een woestijn. Ik had moedig geprobeerd om mij samen met God door de moeilijkheden heen te slaan en waarom was dat niet gelukt? Waarom was ik uitgerangeerd geraakt en zat ik nu in Oosterbeek tussen onbekende gasten en stafleden, ver weg van familie en vrienden?

Toen de eerste boosheid wegebde, zag ik langzaam maar zeker de contouren van de oase die de Herberg toch ook bleek te zijn. Ik denk aan de gezamenlijke Bijbelstudies waar het Woord van God in alle eenvoud en diepgang troost en leiding gaf. Ik denk aan de toewijding van de vele vrijwilligers die voor onbekende en kwetsbare mensen kwamen koken of klussen. De gastvrouwen die altijd een luisterend oor hadden en met mij baden of liefdevol een arm om mij heen sloegen. De persoonlijk begeleider die mij respectvol maar duidelijk wees op de veel te zware lasten die ik op mijn schouders was gaan dragen.

Op mijn eerste zondagavond in Oosterbeek bezocht ik een evensong in het prachtige eeuwenoude kerkje van het dorp. Eén van de liederen die het koor zong, was Psalm 84: ‘Gelukkig wie bij U hun toevlucht zoeken, met in hun hart de wegen naar U. Trekken zij door een dal van dorheid, het verandert voor hen in een oase; rijke zegen daalt als regen neer. Steeds krachtiger gaan zij voort om in Sion voor God te verschijnen.’